Digitalisering en remote werken in de gezondheidszorg: een gouden rand aan de donkere covid-wolk

Door Filip Rommelaere, hoofd van Digital Health bij Siemens Healthineers

2021-11-30
Filip Rommelaere

Ondertussen is het een welbekend verhaal: covid-19 versnelde overal de evolutie naar digitalisering en remote werken. Dat ging in de ene sector al makkelijker dan in de andere. Gezondheidszorg is nooit een voorloper geweest in de digitale transformatie, maar nu liggen de kaarten anders. Dat de sector baat heeft bij digitalisering en afstandswerken hebben we het afgelopen jaar reeds gezien, met het hoge risico op besmettingen en de torenhoge druk op onze zorginstellingen. De toepassingen en technologieën zijn er, maar veel staat of valt nog met de mogelijke terugbetaling en met de langverwachte verandering van het financieringsmodel voor de ziekenhuizen. Die uitdagingen zijn echter niet onoverkoombaar, integendeel. 

Binnen de gezondheidszorg betekent afstandswerken vooral afstandsdiagnostiek en -zorg, waarbij vanop een andere locatie onderzoeken plaatsvinden en patiënten behandeld of opgevolgd worden, zoals een doktersconsultatie die telefonisch plaatsvindt, of de opvolging van patiënten door middel van een mobiele app en sensoren vanuit hun thuissituatie. Remote patient care maakte het afgelopen jaar een opmars door de coronacrisis en is ongetwijfeld here to stay. Ziekenhuizen zullen niet langer louter intramuraal blijven functioneren, maar worden ten behoeve van de patiënt steeds meer virtueel.

syngo Virtual Cockpit

Nog een voorbeeld van remote patient care is de virtuele cockpit op radiologie van waaruit de medische beeldverwerker meerdere MRI-scanners simultaan kan bedienen. Die scanners hoeven zich niet eens in hetzelfde ziekenhuis of dezelfde stad te bevinden en de beeldverwerker kan de virtuele cockpit net zo goed van thuis uit aansturen. Terwijl een patiëntmanager de patiënt in het onderzoekslokaal bijstaat en goed positioneert in de scanner, kan de beeldverwerker van eender waar zorgen voor een goede kwaliteit van de beelden, steeds onderling in nauw contact via chat of telefoon en de virtual cockpit-software.

Niet één maar meerdere patiënten vanop één locatie onderzoeken, dat zorgt uiteraard voor meer efficiëntie, meer rentabiliteit en minder lange wachttijden. Meer nog, patiënten hoeven niet per se het halve land te doorkruisen om bij een gespecialiseerde arts onder de scanner te gaan. Met wachttijden voor een MRI-scan die tot tien weken kunnen oplopen, zal dat patiënten als muziek in de oren klinken. 

Deze manier van remote werken biedt deels ook een oplossing voor een ander probleem. Er is een nijpend tekort aan medische beeldverwerkers. Kijk er de vacaturesites maar eens op na. Dankzij remote patient care en een digitale oplossing zoals de virtuele cockpit dammen we niet alleen de huidige lange wachttijden in, maar creëren we tegelijk nieuwe jobs, zoals patiëntmanagers. Die staan de patiënt van het begin tot het einde van de scan bij met alle geduld en aandacht, terwijl de medisch beeldverwerker zijn of haar expertise vanop afstand inzet om voor kwalitatieve beelden te zorgen. Zo geniet de patiënt van een snellere, maar ook meer persoonlijke behandeling.

De medische beeldverwerkers krijgen meer flexibiliteit, wat ook voor hen mooi meegenomen is. Bovendien maakt de gecentraliseerde locatie voor de beeldverwerking het eenvoudiger om nieuwe, broodnodige collega’s op te leiden. De training voor die virtuele workflow bevordert kennisdeling over ziekenhuizen heen en minimaliseert het risico op veiligheidsincidenten. De patiënt kan dus met een nog geruster hart dan voorheen de scanner in.

De patiënt centraal dus. Momenteel werkt de Belgische zorg nog hoofdzakelijk volgens een ‘fee for service’-model, waarbij de patiënt betaalt – en vooral ook het ziekenhuis betaald wordt – per ingreep of onderzoek. Dat moet en zal mede dankzij de digitalisering evolueren naar een ‘fee for outcome’, wellicht met meer begrensde verloningen per aandoening of zorgtraject. De kwaliteit van het resultaat van de ingreep of behandeling is hierbij de leidraad. Die opvolging van patiënten kan grotendeels op afstand gebeuren, denk bijvoorbeeld aan een app gekoppeld aan sensoren of via een vragenlijst. Afstandszorg en digitalisering komen samen en maken dat ‘fee for outcome’-model mogelijk.

Corona gaf het nodige duwtje in de rug van een verdere digitalisering en meer remote werken in de gezondheidszorg. Een van de grootste drempels die een volledige doorbraak nog tegenhoudt, is terugbetaling. Innoveren is duur, en zonder terugbetaling vaak onbetaalbaar. Er is bijvoorbeeld een lopend pilootproject waarbij hartpatiënten op afstand opgevolgd worden, onder andere via een slimme weegschaal. Een plotse gewichtstoename kan namelijk wijzen op vochtophopingen in de longen omdat het hart onvoldoende pompt. De weegschaal meet en registreert het gewicht waarna tijdig wordt ingegrepen en het drama van een hartstilstand voorkomen. Het project geraakt echter niet van de grond zonder de nodige investeringen en daar knelt het schoentje.

Toch zetten we stappen in de goede richting. De validatiepiramide voor medische apps, opgestart door Maggie De Block in 2018, wordt intussen effectief aangewend als wettelijk kader en schept duidelijkheid in het proces tot terugbetaling. Dat stemt hoopvol, maar zoals wel vaker staan tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren in de weg. We mogen ons daar niet door laten ontmoedigen. Ten goede van de patiënt, met werkbare oplossingen voor artsen en verpleegkundigen moeten we ervoor blijven gaan. Zeker nu steeds duidelijker wordt dat we de juiste weg zijn ingeslagen.